Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Sihon, de koning der Amorieten, die te Hesbon woonde; die van Aroer af heerste, welke aan den [1]oever der beek Arnon is, en [over] het midden der beek en de helft van Gilead, en tot aan de beek Jabbok, de landpale der kinderen Ammons; 1. Hebreeuws, lip.